Complimentjes. Je hebt ze in vele soorten en maten. Maar hoe vaak geven wij nu eigenlijk echt complimenten? Kijken we niet veel vaker naar wat er niet goed gaat en geven we daar kritiek op in plaats van te kijken naar wat er eigenlijk wel goed gaat?
Misschien ben jij iemand die positief is en veel complimentjes geeft. Dat dacht ik van mezelf ook altijd. Een docent schudde mij twee weken geleden wakker met onderstaand voorbeeld:
Steven is 7 jaar en maakt de volgende sommen met uitkomsten op school:
1 + 1 = 2
2 + 2 = 4
3 + 2 = 7
5 – 1 = 4
Het eerste wat me opviel was dat de uitkomst van de derde som niet klopte. Viel jou dit ook als eerste op?
Laten we het nu eens omdraaien: er zit maar 1 fout in de berekening van deze 4 sommen. Dat betekent dat Steven 3 antwoorden goed heeft. Hoe zal het op een kind overkomen als hij telkens op zijn fouten wordt gewezen en hij niet hoort wat hij goed doet?
Vaak kijken we naar waar de fout ligt en vergeten we te benoemen wat er wel goed gegaan is.
Ik daag je uit om de komende tijd aan iemand vijf complimenten te geven over een bepaalde tijd. Belangrijkste is dat hier maar 1 kritiekpunt over mag staan. Waarom?
Uit onderzoek is gebleken dat er tegenover 1 kritiekpunt 5 complimenten nodig zijn om de relatie weer te verbeteren. Bizar he?
Oh ja, om de daad nog even aan bij het woord te voegen heb ik nog een complimentje voor die aardige meneer die vandaag geen voorrang verleende met zijn auto aan een fietser en daardoor bijna een ongeluk veroorzaakte: wat trok u een mooie boze blik achter uw autoraampje.